5 risicovolle beleggingsvormen: steek hier je spaargeld niet in

Door de lage rentes levert geld op de spaarrekening weinig tot niks meer op. Sterker nog, als je echt een leuk bedrag opzij hebt gezet kóst dat je alleen maar geld door de belasting die je erover moet betalen. Daarom gaan steeds meer mensen beleggen. Maar hoe weet je als beginner waar je je aan kunt wagen? En vooral: waaraan juist beter niet. Vijf riskante beleggingsvormen op een rij.

Future

Een future is een soort verhandelbaar termijncontract dat betrekking heeft op de koop of verkoop van een onderliggende waarde. Die onderliggende waarde kunnen bijvoorbeeld grondstoffen zijn, valuta of relatief simpele producten zoals aardappelen. Van oorsprong kreeg je voor de futures waarin je had belegd dan ook geen geld, maar het product dat de waarde aangaf. Tegenwoordig wordt die waarde vrijwel altijd omgezet in geld.

Futures zijn vooral geliefd bij daytraders; beleggers die op één dag posities openen én meteen weer sluiten. Ze doen de beleggingen op basis van gedegen technische analyses en weten precies wanneer ze hun futures weer moeten doorverkopen. Dat maakt het extra risicovol voor onervaren beleggers, die niet altijd van de hoek en de rand weten. Financiële adviseurs zien het handelen in futures dan ook als een kwestie van gokken.

Optie

Een optie is een beleggingsproduct dat tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf afgesproken tijdstip gekocht of verkocht kan worden op de beurs. De waarde van een optie is grotendeels gebaseerd op de koers van de onderliggende waarde van het beleggingsproduct. Dat kan bijvoorbeeld een aandeel, index, valuta of een grondstof zijn. Het heeft in die zin dus wel wat weg van de futures.

Ook de risico’s zijn vergelijkbaar. Omdat beursgenoteerde marktopties snel en vaak van waarde veranderen en het voor een leek lastig te voorspellen is wanneer en waarom dit gebeurt, kun je snel veel geld verliezen. Daar staat in positieve zin echter wel tegenover dat je er óók in een korte tijd veel geld mee kunt winnen. Zeker als je weet wat je doet. Dit is dus een risico voor beginners, maar een interessante belegging voor experts.

Olie

Eén van de grondstoffen waar je in kunt beleggen is olie. Omdat de oliereserves steeds verder opraken en schaarste de prijs van een product altijd doet stijgen kan dat aan de ene kant erg interessant zijn. Maar aan de andere kant lopen olieboorders steeds vaker het risico dat ze dagen, weken of zelfs maandenlang op een plek aan het boren zijn waar helemaal niets te vinden is.

Ze hebben dan duizenden dollars besteed aan het boren van een gat dat achteraf gezien helemaal nul, niks, noppes waard blijkt te zijn. De kans dat zo’n bedrijf dan een behoorlijk verlies loopt en dat de waarde van jouw aandelen negatief wordt, wordt dan aanzienlijk groot. En dat maakt beleggen in een fossiele brandstof als olie ook behoorlijk risicovol. Maar tegelijkertijd wordt olie niet voor niets het ‘zwarte goud’ genoemd.

Penny-stocks

Penny-stocks zijn aandelen die maar een kleine waarde hebben. Die bij wijze van spreken maar een ‘penny’ kosten, of een euro. Het handelen in deze ‘centjesaandelen’ is laagdrempelig, maar toch kunnen de winsten en verliezen in deze wereld énorm zijn. De koersstijgingen en -dalingen zijn bijzonder willekeurig en hebben maar heel weinig te maken met de werkelijke economie. Bovendien wordt er veel in gefraudeerd, door beleggers valse informatie voor te leggen over bijvoorbeeld de financiële situatie van het bedrijf.